Bij de tijd in het kort

In het geschiedenisonderwijs hebben de ontwikkelingen niet stilgestaan. Denk bv. aan de indeling van de geschiedenislessen in tien tijdvakken, die met de nieuwe kerndoelen is geïntroduceerd. Of aan de sterk toegenomen vraag naar software bij zaakvakkenmethodes. Daarom is er een vernieuwde Bij de tijd verschenen voor groep 3 t/m 8. Hierin is zorgvuldig rekening gehouden met deze recente ontwikkelingen.
In de vernieuwde Bij de tijd zijn de sterke punten van de eerdere versies behouden, zoals:
•veel aandacht voor zelfstandig werken;
•helder organisatiemodel;
•concentrische opbouw;
•nadruk op ontwikkelen van historisch besef.
Op andere punten heeft de vernieuwde methode een eigen karakter gekregen. Bv. door:
•computerprogramma's voor groep 5 t/m 8;
•gebruik van de nieuwe indeling met tien tijdvakken.
Hierdoor sluit de vernieuwde Bij de tijd volledig aan bij de recente ontwikkelingen in het basisonderwijs. De materialen van de methode zijn prachtig, maar vooral ook overzichtelijk en handig in het gebruik.
Eerst tijdsbesef, dan historisch besef
Bij de tijd is gericht op de geleidelijke ontwikkeling van het tijdsbesef (groep 3 en 4) en het historisch besef (groep 5 t/m 8). De methode biedt de kinderen een degelijk inzicht, zodat de geschiedenis voor hen begrijpelijk én aantrekkelijk wordt.
Groep 3 en 4: tijdsbesef
In groep 3 en 4 staat de ontwikkeling van het tijdsbesef centraal. Het gaat dan om het benoemen en het in de goede volgorde kunnen zetten van dagdelen, dagen, seizoenen, maanden en jaren. Daarnaast wordt aan de hand van thema's een voorzichtig begin gemaakt met het ontwikkelen van het historisch besef. Daarbij wordt het heden zoals de kinderen dat kennen, steeds vergeleken met het (recente) verleden. Dit gebeurt vanuit voor de kinderen herkenbare contexten en voorbeelden.
Groep 5 t/m 8: historisch besef
In groep 5 wordt echt begonnen met de ontwikkeling van het historisch besef. Er wordt expliciet aandacht besteed aan historische gebeurtenissen. Maar ook dan sluit de methode sterk aan bij de persoonlijke beleving van de kinderen. Groep 5 is in dit opzicht dan ook een 'scharniergroep'.
In groep 6, 7 en 8 wordt het historisch besef verder ontwikkeld. Centraal element daarbij is de tijdbalk, waarmee de historische gebeurtenissen voor de kinderen in een duidelijke context worden geplaatst. Daarbij vormen de tien tijdvakken een belangrijk kader.
Tien tijdvakken: aansluiting bij nieuwe kerndoelen
In de vernieuwde Bij de tijd is de geschiedenis verdeeld in tien tijdvakken.
Alle tijdvakken hebben een eigen icoon waardoor ze makkelijk te herkennen zijn.
Van elk tijdvak leren de kinderen enkele belangrijke kenmerken via de leerstof in de lesboeken en de computerprogramma's. Daarbij wordt op speelse wijze gebruikgemaakt van de inhoudelijke samenhang tussen de stof in de boeken en het computerprogramma. Want ook in het computerprogramma spelen de tijdvakken een centrale rol: in een 'tijdbalkspel' maken de kinderen zich de tijdvakkenindeling snel eigen.
De tijdvakken zijn uiteraard geen losse eenheden; ze vormen samen de volledige tijdlijn van de geschiedenis. Die tijdlijn is dan ook in alle onderdelen van de methode zichtbaar aanwezig.
Met de tijdlijn als ordenend principe, houden de kinderen voortdurend zicht op het grote geheel. De tijdlijn is afgebeeld op elke bladzijde van de leerlingenmaterialen, in het computerprogramma, in het tijdboekje en op de klassikale tijdbalk.
Overigens is in het tijdboekje ook de bekende, klassieke verdeling van de geschiedenis in zes tijdvakken zichtbaar gemaakt. In één oogopslag is duidelijk welke overlap er is tussen de zes 'oude' en de tien nieuwe tijdvakken.
Concentrische opbouw
In Bij de tijd wordt elk tijdvak meerdere keren behandeld.
Vanaf groep 5 is de methode concentrisch-chronologisch. Dit betekent dat de tien tijdvakken in de loop van de vier leerjaren regelmatig terugkeren. Daarbij wordt de kennis ervan langzaam maar zeker uitgebreid.
In groep 5 t/m 8 worden elk jaar zes van de tien tijdvakken behandeld. Welke tijdvakken in een leerjaar aan bod komen, is afhankelijk van het belang van de historische gebeurtenissen voor het geografische gebied dat in dat leerjaar centraal staat. Want Bij de tijd hanteert een groeiend perspectief: in groep 5 en 6 staat Nederland centraal, in groep 7 Europa en in groep 8 de wereld.
Bij de tijd.
Elk tijdvak keert in de loop van groep 5 t/m 8 ten minste twee of drie keer terug. In het schema ziet u hoe de kennis van de tijdvakken door de leerjaren heen wordt opgebouwd.
De keuze voor dit model heeft belangrijke didactische voordelen. Niet alleen vanwege de gestage ontwikkeling van het historisch besef, maar ook vanwege de variatie in de leerstof, de mogelijkheden tot verdere verdieping in de hogere leerjaren en – in aansluiting op het groeiende geografische perspectief bij de aardrijkskundeles – de mogelijkheid om ontwikkelingen in verschillende delen van de wereld met elkaar te vergelijken.
Met deze uitgekiende verdeling van de tijdvakken over de leerjaren, wordt de historische kennis van de kinderen zó opgebouwd dat deze goed aansluit bij hun algemene ontwikkeling per leerjaar